In het eerste jaar na zijn huwelijk met Emma Hale op 18 januari 1827 woonde het jonge paar bij de ouders van Joseph Smith in Manchester, New York. In december verhuisden zij naar Emma's vader Isaac Hale in Harmony, Pennsylvania, waar zij op afbetaling een huisje en wat land konden kopen van vader Hale. Maar in plaats van het land te bewerken om de benodigde 200 dollar bij elkaar te krijgen, schreef Smith aan het Boek van Mormon en leefde van de liefdadigheid van vrienden en bekenden zoals Martin Harris en Joseph Knight (Newell & Avery 1994, pp. 19-34). In augustus 1830 betaalde hij de 200 dollar in één keer af maar het is onbekend hoe hij aan dat geld is gekomen.
Niet lang daarna verhuisde Joseph Smith per openbaring naar Kirtland, Ohio, "wegens de vijand en voor uw welzijn" (Leer en Verbonden 2004, p. 74). De "vijand" werd in dit verband gevormd door de bevolking van de staat New York, die bekend was met Joseph Smith's verleden als occultist en schatgraver en geen belangstelling had voor zijn nieuwe kerk (Arrington 1970). In Ohio daarentegen waren de Mormoonse zendelingen wel succesvol. In november 1830 doopten zij Sidney Rigdon, een dominee, en meer dan honderd van diens volgelingen (Ludlow 1992, p. 1234).
![]() |
Winkel van Newell K. Whitney in Kirtland, Ohio |
Maar gratis wonen mag dan praktisch zijn, een mens moet natuurlijk ook eten, dus werden tijdens de oktoberconferentie van 1831 David Whitmer, Reynolds Cahoon, Simeon Carter, Orson Hyde, Hyrum Smith en Emer Harris aangewezen om de families Smith (2 kinderen) & Rigdon (6 kinderen) te onderhouden (Wagoner 1994, p. 109). Eerder dat jaar had Joseph Smith de "reinheid" van zijn volgelingen en hun kennis van "de verborgenheden van het koninkrijk" al in verband gebracht met de mate waarin zij hem voorzagen van "voedsel, en kleding, en alles wat hij nodig heeft" (Leer en Verbonden 2004, p. 91).
![]() |
Het woonhuis annex hotel van Joseph Smith in Nauvoo, Illinois |
In de officiële geschiedschrijving van de mormoonse kerk is tegenwoordig nauwelijks tot geen aandacht voor de financiën van Joseph Smith, waarvan in dit artikel nog niet eens de helft beschreven is. In plaats daarvan wordt een beeld geschetst van een nobele, hardwerkende idealist die zijn hele leven belangeloos in dienst van God stelde. Dit beeld strookt echter niet met de feiten.