John Wentworth was de eigenaar en hoofdredacteur van de krant Chicago Democrat. Op zijn verzoek schreef Joseph Smith een brief met daarin "een schets van de opkomst, vooruitgang, vervolging en het geloof van de Heiligen der Laatste Dagen". De brief is bij de mormonen vooral bekend vanwege de 13 geloofsartikelen, waarmee Joseph Smith de brief besloot (Smith 1842).
Ik ben geboren in de plaats Sharon, Windsor County, Vermont, op 23 december in het jaar onzes Heren 1805. Toen ik tien jaar oud was, verhuisden mijn ouders naar Palmyra, New York, waar we ongeveer vier jaar woonden en van waaruit we verhuisden naar de plaats Manchester.
Mijn vader was boer en leerde mij de kunst van de veehouderij. Toen ik ongeveer veertien jaar oud was, begon ik na te denken over het belang om voorbereid te zijn op een toekomstige staat, en bij het onderzoeken van het plan van verlossing vond ik uit dat er een groot conflict was tussen godsdienstige sentimenten; als ik naar het ene genootschap ging, verwezen zij mij naar het ene plan, en een ander naar een ander; iedereen verwees naar zijn eigen specifieke belijdenis als het summum bonum van volmaaktheid:
Terwijl ik overwoog dat ze niet allemaal gelijk konden hebben, en dat God niet de bron kon zijn van zoveel verwarring, besloot ik dit onderwerp verder te onderzoeken, omdat ik geloofde dat, als God een kerk had, deze niet in verschillende stromingen opgedeeld zou zijn, en dat, wanneer hij het ene genootschap onderwees om op de ene manier te aanbidden, en de ene groep verordeningen te bedienen, Hij een ander geen beginselen zou onderwijzen die daar lijnrecht tegenover stonden. Ik geloofde het woord van God en had vertrouwen in de verklaring van Jakobus: "Als het iemand van u aan wijsheid ontbreekt, laat hem God vragen, die eenieder vrijelijk en zonder verwijt geeft, en het zal hem gegeven worden".
Ik trok mij terug op een geheime plek in een bosje en begon de Heer aan te roepen, en terwijl ik aldus druk bezig was met mijn smeekbeden, werd mijn verstand weggevoerd van de dingen om mij heen, en ik werd omhuld door een hemels visioen en zag twee glorieuze personen die precies op elkaar leken in eigenschappen en voorkomen, omgeven door een helder licht dat de middagzon overtrof.
Zij vertelden mij dat alle godsdienstige stromingen onjuiste leerstellingen geloofden, en dat geen van hen door God erkend werd als zijn kerk en koninkrijk. Mij werd expliciet geboden mij "bij geen van hen aan te sluiten", waarbij ik een belofte ontving dat de volheid van het evangelie op een later tijdstip aan mij bekend gemaakt zou worden.
Hier eindigt Joseph Smith's verslag van het eerste visioen en vervolgt hij de brief met een beschrijving van het voortkomen van het boek van Mormon. De vervolging, die volgens het officiƫle verslag uit 1838/39 op het eerste visioen volgde, wordt in deze brief aan de ontdekking van het boek van Mormon toegeschreven:
Zodra het nieuws van deze ontdekking bekend werd, vlogen valse berichten, onjuiste voorstellingen van zaken en roddel als op de vleugelen der wind in alle richtingen, het huis werd regelmatig belegerd door bendes en mensen met kwade bedoelingen, er is meerdere malen op mij geschoten, waarbij ik ternauwernood kon ontsnappen, en iedere mogelijkheid werd benut om mij de platen afhandig te maken, maar de macht en zegen van God was bij mij en velen begonnen mijn getuigenis te geloven.