Het IACSSO is een instelling van de Belgische overheid, belast met het bestuderen van “het verschijnsel van schadelijke sektarische organisaties in België en hun internationale bindingen”. Voor het algemene publiek hebben zij een brochure opgesteld, waaruit een aantal criteria te halen zijn op de volgende deelgebieden:
I. Rekrutering
II. Organisatie
III. Financien
IV. Breuk met de wereld
V. Doctrine
VI. Gezondheid
VII. Praktijken
I. Rekrutering
1. De eerste ontmoeting verloopt meestal heel positief. Je wordt uitermate warm en vriendelijk onthaald (love bombing): Ja
2. Men toont begrip voor je problemen en legt je uit dat die via de groep op een heel eenvoudige en makkelijke manier zullen kunnen worden opgelost. Die eerste vriendelijkheid is evenwel slechts een strategie om je voor hen te winnen, want tijdens volgende ontmoetingen wordt steeds meer van je verwacht: Ja
3. Bepaalde groepen zeggen niet vanaf het begin wie ze zijn; je komt er pas achter na enige tijd. Ze zeggen bijvoorbeeld dat ze je zullen helpen om te relaxeren, te ontspannen, gezonder te worden, je geestelijke vermogens maximaal te ontplooien. Maar de ware identiteit van de groep wordt verzwegen: Nee
4. Sommige groepen doen zich voor als een spirituele of religieuze beweging, terwijl dit slechts een dekmantel is om de eigenlijke financiële, commerciële, of politieke doelstellingen te verbergen: Nee
5. Het uiteindelijke resultaat is dat de groep een steeds grotere sociale controle op je uitoefent, zodat je je niet helemaal vrij meer bent: Ja
II. Organisatie
1. De groepering kent doorgaans een heel strikte hiërarchie. Aan het hoofd ervan staat een leider, een Meester, een "Goeroe". Zijn gezag is onbetwistbaar en hij wordt door de leden aanbeden. Dit omwille van zijn kennis van de leer van de groepering of omdat hij over "bovennatuurlijke" gaven beschikt: Ja
2. Van enige vorm van intern overleg of democratische besluitvorming is geen sprake. De leiders van de groep worden niet verkozen of aangeduid door de leden: Ja
3. Er bestaan heel specifieke regels die strikt gevolgd dienen te worden. Volledige gehoorzaamheid wordt geëist en kritiek is niet toegestaan: Ja
III. Financiën
1. In het begin zal men meestal geen of slechts een heel kleine financiële bijdrage vragen. Naarmate men verder evolueert in de groep zal er op financieel vlak steeds meer worden verlangd. Dit kan gebeuren door schenkingen te eisen, je zeer dure opleidingen, cursussen of workshops te laten volgen of door vrijwilligerswerk voor de groep te laten doen. Men stelt dit dan vaak voor als noodzakelijk om te evolueren op het spirituele vlak: Nee
2. De groep heeft geen doorzichtige financiële structuur noch een open boekhouding en administratie: Ja
IV. Breuk met de wereld
Er bestaat een sterke “wij-tegen-de-wereld” mentaliteit. De groep scheidt zich af van de wereld door:
1. het systematisch afscheiden van de volgelingen van hun familie en vrienden en hen te laten breken met hun vroegere levenswijze. Familie en vrienden worden voorgesteld als vijanden die de volgeling belemmeren in zijn spirituele ontwikkeling: Ja
2. de buitenwereld met wantrouwen te aanzien en voor te stellen als slecht en gevaarlijk. Hierdoor voelen de leden zich enkel nog beschermd binnen de groep. Relaties en sexualiteit zijn gereguleerd: Ja
3. het gebruik van een eigen taal of specifieke termen. Dit maakt het steeds moeilijker om te communiceren met buitenstaanders zodat een vlot contact geleidelijk aan enkel nog mogelijk is met de andere leden van de groep: Ja
V. Doctrine
1. Enkel de leden van de groep zijn, na het doorlopen van verschillende stappen, in het bezit van die kennis en vormen zodoende een elite: Ja
2. De verkondigde opvattingen wijken sterk af van de bestaande wetenschappelijke kennis die of volledig verworpen wordt of verkeerd wordt belicht: Ja
3. Kritiek van buitenstaanders wordt gezien als een bewijs dat de groep gelijk heeft: Ja
VI. Gezondheid
1. De klassieke geneeskunde wordt vaak vervangen door gevaarlijke medische praktijken die wetenschappelijk niet gegarandeerd zijn. Hier komt nog de bezwarende omstandigheid bij dat de “zorgverleners” niet de vereiste medische kwalificaties bezitten: Nee
VII. Praktijken
1. Van de volgeling wordt verwacht dat hij deelneemt aan allerlei rituelen, opleidingen en workshops die vaak niet allen veel geld kosten maar ook alle vrije tijd van de volgeling in beslag nemen: Ja
2. Vragen, twijfels, afwijkende meningen, kritiek worden ontmoedigd of zelfs bestraft. Bij twijfels of wanneer het beloofde succes niet plaatsvindt, krijgt de volgeling daar zelf de schuld van. Hij zou zich niet voldoende hebben ingezet of niet sterk genoeg hebben geloofd: Ja
3. De groep scheidt zich af door specifieke voedingsvoorschriften die, bij overdreven toepassing, de gezondheid kunnen schaden, en door een aparte kledingstijl aan te nemen: Ja
Ga terug naar het artikel over de psychologische effecten van de mormoonse kerk op haar leden.