De lichaamstaal van beide heren (geen oogcontact maken, rood worden, stamelen) en het feit dat hun instinctieve reactie was om erover te liegen, maakte duidelijk dat zij zich niet op hun gemak voelden bij deze vragen. Waarom niet? Omdat het comité ter versterking van de leden een soort interne geheime dienst is die de leden van de kerk in gaten houdt en dossiers over hen aanlegt.
Volgens apostel Dallin Oaks is het comité “een knipseldienst die kranten en andere publicaties afspeurt op zoek naar leden die beschuldigd worden van misdaden, die valse leer prediken, de kerkleiders bekritiseren of andere problemen hebben. Die informatie wordt doorgestuurd naar de bisschop of ringpresident van zo’n persoon, die verantwoordelijk is om hem te helpen deze problemen te overwinnen en actief te blijven in de kerk” (Six Intellectuals Disciplined for Apostacy 1993),
Dit betreft met name leden die als “intellectueel” bestempeld worden - leden die ook wel eens boeken en tijdschriften lezen die niet door de kerk zijn goedgekeurd, of die het mormonisme diepgaander willen bestuderen dan de kerkleiders voor wenselijk achten. Samen met homoseksuelen, feministen en werkende vrouwen zijn intellectuelen volgens apostel Boyd Packer de grootste vijanden van de kerk.
Het is echter moeilijk om de grens te definiëren die je als mormoon moet overschrijden om dit comité achter je aan te krijgen. Anderson (1993) geeft een uitgebreide chronologie van manieren waarop de kerkleiding “intellectuele” mormonen vervolgt. Hieruit zijn een aantal overeenkomsten te halen, die een indruk geven van de modus operandi van het comité ter versterking van de leden.
- Het hebben van onorthodoxe ideeën op zich is geen aanleiding voor verdenking maar het uitspreken of publiceren daarvan wel. Dat geldt niet alleen voor uitspraken binnen de kerk maar ook daarbuiten.
- Zodra iemand deze grens overschrijdt, wordt een dossier over hem of haar aangelegd. Hierin worden belastende verklaringen en kopieën van eventuele publicaties opgenomen. Deze worden nagekeken en de “aanstootgevende” passages gemarkeerd.
- Het dossier wordt doorgestuurd naar de lokale kerkleiders van de verdachte “intellectueel” met de opdracht om deze persoon op het matje te roepen. Deze opdracht wordt opzettelijk vaag gehouden en is eigenlijk verboden binnen het mormoonse kerkelijk recht, dat zijn loop bottom-up behoort te hebben (Handbook 1: Stake Presidents and Bishops 2010, pp. 53-54).
- Wat er in zo’n gesprek precies gebeurt, hangt dus in grote mate af van de betreffende kerkleider maar volgens de mensen die het meegemaakt hebben is het sowieso een intimiderende en ontnuchterende ervaring om erachter te komen dat je op zo’n manier in de gaten gehouden wordt door je kerk.
- Vaak is de zaak hiermee afgedaan, zeker als de “verdachte” in dit gesprek zijn of haar loyaliteit aan de kerk en haar leiders duidelijk uitspreekt en zich verder gedeisd houdt.
- Als de persoon echter zijn of haar gewetensvrijheid blijft opeisen, volgen hardere maatregelen. Welke dat zijn, hangt af van de macht die de kerk over die persoon heeft en waarmee zij denkt weg te kunnen komen zonder al te veel spektakel in de media. In Utah, waar het mormonisme ook een sociale component heeft, staan de kerk veel meer informele middelen ter beschikking om de duimschroeven aan te draaien dan bijvoorbeeld bij ons, waar het al snel uitmondt in een gesprekje met de bisschop en/of ringpresident.