Aan de top van de piramide staan twee houdstermaatschappijen: de Corporation of the President of the Church of Jesus Christ of Latter-Day Saints, met onmiddellijk daaronder de Corporation of the Presiding Bishop. In de Corporation of the Presiding Bishop zijn vooral niet-winstgevende bedrijven ondergebracht, zoals onderwijs- en liefdadigheidsinstellingen en het wereldwijde beheer van de gebouwen en terreinen van de kerk. Deze bedrijven zijn bijna allemaal vrijgesteld van belastingen (Arizona Republic 1991).
Bedrijfskundige structuur van het mormoonse zakenimperium begin jaren 1990.
Onder de Corporation of the President of the Church of Jesus Christ of Latter-Day Saints hangen de commerciële werkmaatschappijen van de kerk. Dit betreft media- en reclamebedrijven, radio- en televisiestations, agrarische ondernemingen en industrieën, banken en verzekeraars, hotels en restaurants, handel in, en ontwikkeling van onroerend goed, bos- en mijnbouwbedrijven, transportondernemingen en spoorwegmaatschappijen, enzovoort (Quinn 1997, pp. 198-225).
Deze tweeledige structuur stelt de kerk in staat om haar bezittingen en kapitaal optimaal te beheren. De totale waarde van de activa van de kerk wordt geschat op 40 miljard dollar. Hiervan bestaat 60 tot 70% uit gebouwen en terreinen. Daarnaast ontvangt de kerk jaarlijks ca. 8 miljard dollar aan giften van leden (belastingvrij), die geacht worden 10% van hun inkomen aan de kerk af te dragen in ruil voor religieuze privileges zoals de doop en de tempelrituelen (Ostling & Ostling 2007, pp. 116-132; Winter 2012).
Geconsolideerde structuur van het mormoonse zakenimperium in 2012.
De belangrijkste commerciële werkmaatschappij is Deseret Managent Corporation met een jaarlijkse omzet van 1,2 miljard dollar. Een andere belangrijke werkmaatschappij is AgReserves, die alleen al in de VS ruim 400.000 ha land bezit (waaronder het grootste veebedrijf van Amerika) maar daarnaast ook actief is in Engeland, Canada, Australië, Mexico, Argentinië en Brazilië.
Leden van de mormoonse kerk worden als “zendelingen” tewerkgesteld op deze commerciële bedrijven. Zij dienen dan zelf de kosten voor huisvesting, voeding, kleding en ziektekostenverzekering te dragen in ruil voor het “voorrecht” om 10 tot 12 uur gratis voor een van de commerciële bedrijven van de kerk te werken.
De financiële tak van de mormoonse kerk wordt gerund door Ensign Peak Advisors, een mysterieuze entiteit waar weinig over bekend is. Hierin wordt elke dag zonder enig extern toezicht voor miljarden aan financiële producten verhandeld (Winter 2012).
De mormoonse kerk gaat erg prat op haar zakelijke instelling maar als het op transparantie aankomt, is het ineens weer een kerk en blijven de boeken gesloten. Ook aan de kerkleden wordt geen verantwoording afgelegd over de miljarden die elk jaar aan donaties binnenkomen.
Het laatste openbare financiële verslag dateert van april 1959 (Quinn 1997, p. 219). In Engeland, Canada en Nieuw-Zeeland is de kerk verplicht om een financieel jaarverslag te publiceren, omdat haar activiteiten daar geregistreerd staat als goed doel. Uit deze verslagen blijkt dat het personeel en het onderhoud van gebouwen en terreinen de grootste kostenposten zijn. Slechts een fractie van de gelden wordt aan liefdadigheid besteed.