De kern van het Woord van Wijsheid wordt tegenwoordig dan ook niet meer gevormd door de inhoud, maar door de naleving ervan. "Wij moeten het Woord van Wijsheid niet alleen beschouwen als een gezondheidswet, maar als beginsel van gehoorzaamheid" (Otten & Caldwell 1982, deel 1, p. 141). Deze hedendaagse benadering is precies het tegenovergestelde van de oorspronkelijke opzet van het Woord van Wijsheid: "niet als gebod of beperking" maar als een "beginsel met een belofte" (Leer en Verbonden 2004, p. 213).
Hedendaagse misvattingen
De gangbare mormoonse opvatting van het Woord van Wijsheid is dat Joseph Smith zijn tijd hiermee ver vooruit was, dat niemand in zijn tijd wist dat de genoemde stoffen schadelijk waren, en dat dit aantoont dat hij een ware profeet van God was: "Het feit dat de Heer het Woord van Wijsheid openbaarde lang voordat deze kennis door de medische wereld werd onderwezen, is voor mij een groot getuigenis van de roeping van Joseph Smith als Gods profeet van de Herstelling. (…) Het is interessant dat de medische wereld de profeet gelijk geeft, die deze belangrijke gezondheidswet, het Woord van Wijsheid, openbaarde in een tijd waarin deze beginselen niet erg populair waren. (…) Het Woord van Wijsheid is van Hem, en de medische wetenschap begint hier nu pas achter te komen" (Hillam 2001).
Deze opvatting is op twee punten niet correct: Ten eerste is het Woord van Wijsheid een nauwkeurige weergave van alle gangbare opvattingen van de medische wereld in de tijd van Joseph Smith (Bush 1981). Dit geldt zowel voor tabak, alcohol, vlees en hete dranken, als voor de toewijzing van de diverse granen aan specifieke groepen dieren en de angst voor overmatig gebruik van fruit. Bij "hete dranken" ging het overigens om de temperatuur, niet om de drank; de gelijkstelling van "hete dranken" met "koffie en thee" past niet in de oorspronkelijke context van het Woord van Wijsheid en werd vooral ingegeven door economische motieven, met name de handelsbalans tussen het territorium Utah en de rest van de Verenigde Staten (Arrington 1959).
De tweede misvatting betreft de veronderstelling dat de huidige medische wetenschap het Woord van Wijsheid zou onderbouwen. Dit is echter alleen het geval voor het gebruik van tabak, waarbij aangetekend moet worden dat het positieve gebruik van tabak "voor kneuzingen en al het zieke vee" niet gestaafd wordt door enige vorm van bewijs, wetenschappelijk of anderszins. De langere levensverwachting die aan het naleven van het Woord van Wijsheid verbonden is, kan volledig toegeschreven worden aan het niet-roken.
Het Woord van Wijsheid in de negentiende eeuw
Het Woord van Wijsheid was zijn tijd dus niet ver vooruit en de enige richtlijn die door modern medisch-wetenschappelijk onderzoek wordt ondersteund, is die aangaande het roken. Een veel belangrijker aspect van het Woord van Wijsheid is echter het ontbreken van richtlijnen omtrent de werkelijke gezondheidsproblemen van de Heiligen, toen en nu.
In de negentiende eeuw hadden de mormonen voornamelijk te kampen met "diarree bij kinderen, dysenterie, difterie, roodvonk, typhus, tbc, longontsteking, cholera, malaria, gele koorts en pokken". Deze ziektes zijn aanzienlijk terug te dringen zijn door aandacht voor "hygiëne, zuiver water (of het beschikbare water koken), goede persoonlijke verzorging, het droogleggen van moerassen, een beter dieet (om scheurbuik te voorkomen), of de gerichte afzondering van besmette personen" (Bush 1981). Over dit alles zegt het Woord van Wijsheid niets, terwijl duizenden mormonen in Missouri, Illinois en Utah gedurende tientallen jaren aan deze aandoeningen bezweken.
Bishop (1986) schrijft bijvoorbeeld over de Nauvoo-periode: "Helaas bleken hemelse zegeningen nooit toereikend om de rampzalige gevolgen van de ziektes af te wenden, die de gemeenschap jaarlijks teisterden. Malaria was eigen aan de streek en de inwoners van de Midwest werden tot het midden van de negentiende eeuw herhaaldelijk geplaagd door dodelijke epidemieën. (…) Behalve met de steeds maar terugkerende infectieziekten, hadden de Mormonen ook te kampen met aandoeningen zoals de tering (tuberculose), chronische diarree-aanvallen en een hele reeks kinderziekten". Het sterftecijfer in Nauvoo lag twee keer zo hoog als in de rest van Amerika.
Na de uittocht naar Utah veranderde er niet veel. Shaw (1996) schrijft: "Toen Utah's pioniers aan hun westwaartse tocht begonnen, ging Vibrio cholerae met hen mee. Net als de bacteriën van de typhus, difterie, tuberculose, roodvonk en kinkhoest; en net als de Plasmodium soorten van malaria; net als de viri van pokken en influenza; net als de vliegen die de typhus verspreidden. Eenmaal in de nederzettingen aangekomen, werden de bedreigingen die van deze ziektes uitgingen nog verergerd door een ontoereikend dieet, vooral in de winter, en door de vochtige bodems van aangestampte aarde in hun hutten, de tochtige huifkarren en de kuilen waarin de pioniers hun eerste jaren doorbrachten. Er kon geen sprake zijn van een dagelijks bad; drinkwater kwam uit sloten of ondiepe putten die vervuild werden door nabijgelegen buitentoiletten. (…) Ziekten kwamen zo algemeen voor dat mensen het normaal vonden; alleen bij acute aanvallen vonden zij zichzelf ziek, terwijl ze de meeste tijd waarschijnlijk chronisch ziek waren".
Rond de eeuwwisseling deden zich echter een aantal ontwikkelingen voor, die de gezondheid van de mormonen gelukkig ten goede kwamen, maar die tegelijkertijd de relevantie van het Woord van Wijsheid verder deden afnemen. Zo kreeg de medische wereld, geheel zonder acht te slaan op de beginselen van het Woord van Wijsheid, de genoemde gezondheidsproblemen langzaam maar zeker onder controle. Daarnaast vielen de economische motieven voor het handhaven van het Woord van Wijsheid na de erkenning van Utah als vijfenveertigste van de Verenigde Staten grotendeels weg.
Ontwikkelingen in de twintigste eeuw
Een ander effect van de onafhankelijkheid van Utah was dat de kerk haar politieke greep op de leden kwijtraakte en op zoek moest naar andere manieren om het volk van Zion bij elkaar te houden. Het Woord van Wijsheid vervulde hierin een belangrijke rol – en doet dat nog steeds (King & King 1984). Gedurende de twintigste eeuw kreeg het Woord van Wijsheid een steeds nauwere interpretatie en werd tegelijkertijd steeds nadrukkelijker afgedwongen (Alexander 1981). Onder Joseph F. Smith (president van de kerk van 1901 tot 1918) werd de toegang tot de tempel steeds vaker in verband gebracht met het onderhouden van het Woord van Wijsheid, maar dit werd nog niet eenduidig gehandhaafd. De nadruk lag in die tijd vooral op alcohol, waarmee de kerk aansloot bij de bredere sociale beweging van de Drooglegging.
Onder Heber J. Grant (kerkpresident van 1918 tot 1945) werd gehoorzaamheid aan het Woord van Wijsheid wel een formele vereiste voor een tempelaanbeveling. Omdat de Drooglegging inmiddels een feit was, verschoof de nadruk naar het gebruik van tabak. President Grant was een voorstander van strenge handhaving en aarzelde ook niet om de invloed van de kerk aan te wenden om het politieke debat omtrent het gebruik van alcohol en tabak te beïnvloeden.
Daar waar de handhaving van het Woord van Wijsheid onder invloed van allerlei externe factoren in de loop der tijd dus een sterke ontwikkeling heeft doorgemaakt, is de inhoud ervan nooit veranderd. Het Woord van Wijsheid biedt net zo weinig oplossingen voor de belangrijkste problemen van de moderne volksgezondheid als voor die van de eerste mormonen. De belangrijkste doodsoorzaken in onze tijd zijn hart- en vaatziekten, beroertes, diabetes en kanker. Factoren die deze aandoeningen beïnvloeden zijn onder andere overgewicht, gebrek aan beweging, cholesterol, te weinig groete en fruit, en roken. Dit zijn allemaal gedragsfactoren waar het Woord van Wijsheid, met uitzondering van roken, niets over zegt.
Voor de gezondheid van de mormonen heeft het Woord van Wijsheid in de afgelopen 175 jaar bij nadere beschouwing dus verrassend weinig betekend (zie bovenstaande tabel). Dat is niet verwonderlijk want op de keper beschouwd gaat het hier om een negentiende-eeuwse opvatting over gezondheid en voeding.
Het enige nut dat het Woord van Wijsheid in de eenentwintigste eeuw nog lijkt te hebben, is sociale conditionering: "Het Woord van Wijsheid is tegenwoordig belangrijk bij het bepalen van grenzen, omdat het in het sociale verkeer gebruikelijk is om samen iets te drinken: een drankje, of koffie of thee. Actieve mormonen moeten hun religieuze toewijding dus constant bevestigen in aanwezigheid van niet-mormonen" (King & King 1984). Daarbij maakt het niet uit of het waar of zinvol is, als het maar afwijkend is en anderen dit ook als zodanig zien.