De oorsprong van het Boek van Mormon, deel 1

Er bestaan verschillende theorieën over de oorsprong van het Boek van Mormon. In deze serie worden de meest invloedrijke geanalyseerd. 

Volgens de Kerk

Volgens de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is het Boek van Mormon “een boek met heilige Schriftuur dat vergelijkbaar is met de Bijbel. Het is een kroniek van Gods handelen met de vroegere bewoners van Amerika en bevat de volheid van het eeuwige evangelie” (Boek van Mormon 2004, p. V).


Over de oorsprong van het boek staat in de inleiding ervan het volgende:

“Het boek is door vele profeten van weleer door de geest van profetie en openbaring geschreven. Hun woorden, die op gouden platen stonden geschreven, werden aangehaald en samengevat door een profeet en geschiedschrijver die Mormon heette. (…) Nadat Mormon zijn schrijfwerk had voltooid, droeg hij het verslag over aan zijn zoon, Moroni, die er enkele woorden van zichzelf aan toevoegde en de platen in de heuvel Cumorah verborg. Op 21 september 1823 verscheen deze zelfde Moroni als verheerlijkt en herrezen persoon aan de profeet Joseph Smith en gaf hem aanwijzingen met betrekking tot de oude kroniek en de bestemde vertaling ervan in de Engelse taal. Te zijner tijd werden de platen aan Joseph Smith overgedragen, die ze door de gave en de macht Gods vertaalde” (Boek van Mormon 2004, p. V).

Twee aspecten vallen op aan deze verklaring van de oorsprong van het Boek van Mormon. Enerzijds de vele bovennatuurlijke elementen in het verhaal, anderszijds de nadruk op het Boek van Mormon als waargebeurde geschiedenis van de “vroegere bewoners van Amerika”, die gezien worden als “de voornaamste voorouders van de indianen” (Boek van Mormon 2004, p. V).

Over de bovennatuurlijke elementen van dit verhaal valt objectief gezien weinig te zeggen, deze zijn een kwestie van geloof. Maar ook als historisch document is het Boek van Mormon een enigma:
  • Niemand heeft ooit de gouden platen gezien, die volgens de Mormonen de bron zijn van het Boek van Mormon. Voorin het Boek van Mormon staan twee verklaringen van bij elkaar elf “getuigen” maar geen van hen heeft de gouden platen daadwerkelijk gezien of aangeraakt (Palmer 2002, pp. 175-213). De getuigenverklaringen zijn bovendien niet gedateerd en bevatten geen enkele indicatie van wanneer en waar deze “ getuigen” de platen gezien zouden hebben.
  • Niemand kent de taal waarin de tekst van de gouden platen gesteld is, en die volgens het Boek van Mormon een afgeleide vorm van Hebreeuws is, geschreven in “hervormd Egyptische lettertekens” (Boek van Mormon 2004, p. 617). Het vertaalproces zelf verliep ook enigszins merkwaardig. Joseph Smith stopte een magische steen in zijn hoed, trok die over zijn gezicht en “zag” vervolgens de hervormd Egyptische lettertekens met Engelse ondertiteling, die hij aan zijn assistent dicteerde (Nelson 1993).
  • Geen enkele gebeurtenis of personage in het Boek van Mormon is ooit in enig ander historisch document beschreven, met uitzondering van Jezus, die we kennen als personage uit de Bijbel maar voor wiens avonturen in Amerika het Boek van Mormon de enige bron is.
Als historisch document kan het Boek van Mormon dus nergens mee vergeleken worden. Bijgevolg kan alleen maar onderzocht worden of het boek intern consistent is en of concrete details in het boek overeenkomen met wat we uit andere bronnen weten over de betreffende tijd en plaats van handeling.

Om met dat laatste te beginnen: ook hier doen zich twee problemen voor:
  • Ten eerste is er tot nu toe geen enkel bewijs gevonden dat het Boek van Mormon een waar gebeurd verhaal is: geen ruïnes, geen inscripties, geen menselijke resten, geen infrastructuur, geen voorwerpen, geen overleveringen – helemaal niets dat enig aspect van het Boek van Mormon objectief ondersteunt.
  • Integendeel: bijna alles wat we weten over de oorspronkelijke bewoners van Amerika en hun culturen spreekt het Boek van Mormon tegen. Dit betreft uiteenlopende kennisgebieden zoals archeologie, technologie, taal, genetica, antropologie, demografie, biologie, landbouw en oceanografie.
Tenslotte is ook de interne consistentie van het Boek van Mormon problematisch voor een waargebeurd verhaal. Twee voorbeelden hiervan worden geciteerd in deel 2 van deze serie (de migratie van de Jaredieten en de bouw van een tempel zoals die van Salomo door Nephi).

Een ander voorbeeld dat op buitengewoon heldere en eenvoudige wijze weergeeft dat het Boek van Mormon geen waar gebeurd verhaal kán zijn, is het onderzoek van John Kunich naar de bevolkingsaantallen in het Boek van Mormon (Metcalfe 1993, pp. 231-268). Aan het einde van het Boek van Mormon is sprake van honderdduizenden Nephieten en Lamanieten (en dat waren alleen de soldaten), die allen afstamden van het oorspronkelijke groepje van ca. 30 immigranten. Op basis van een normale, pre-industriële bevolkingsgroei (0,04% per jaar) is dit echter volslagen onmogelijk en zouden er aan het einde van het Boek van Mormon hooguit 44 (ja, u leest het goed, vierenveertig) Nephieten en Lamanieten kunnen zijn.

Samenvattend kan dus gesteld worden dat de officiële mormoonse verklaring van de oorsprong van het Boek van Mormon als een door God geïnspireerde, historische kroniek voornamelijk is gebaseerd op een beroep op het bovennatuurlijke en een afwijzing van het objectief verifieerbare. Dat is dan ook de boodschap waarmee het Boek van Mormon besluit:

“En wanneer gij deze dingen [i.e. het Boek van Mormon] ontvangt, spoor ik u aan God, de eeuwige Vader, in de naam van Christus te vragen of deze dingen niet waar zijn; en indien gij vraagt met een oprecht hart, met een eerlijke bedoeling en met geloof in Christus, zal Hij de waarheid ervan aan u openbaren door de macht van de Heilige Geest. En door de macht van de Heilige Geest kunt gij de waarheid van alle dingen kennen” (Boek van Mormon 2004, p. 673).