Wie was Joseph Smith?

Joseph Smith (23 december 1805 - 27 juni 1844) was de grondlegger van het mormonisme. Al op jonge leeftijd hield hij zich bezig met religieuze en occulte zaken en bouwde een regionale reputatie op als vinder van verloren voorwerpen en verborgen schatten.

Na zijn huwelijk met Emma Hale in 1827 werkte Smith voornamelijk aan het Boek van Mormon. De brontekst daarvan zou geschreven zijn op gouden platen die hij had aan de hand van een magisch perkament had gevonden en met behulp van kijkstenen "vertaalde" uit een onbekende taal. Het Boek van Mormon werd in maart 1830 gepubliceerd. Een maand later stichtte hij de “Kerk van Christus”. Daarna werd hij fulltime "profeet" en leefde op kosten van zijn volgelingen.


Joseph Smith was een charismatische leider die de kerk bestuurde met behulp van openbaringen. Deze ondemocratische manier van besturen leidde tot heftige conflicten, zowel binnen de eigen gelederen als met de buitenwereld. Deze conflicten gingen onder andere over het manipuleren van verkiezingen, diefstal, fraude en oplichting, en polygamie (Smith had zelf meer dan 30 vrouwen, waarvan een deel minderjarige meisjes).

In juni 1844 liet Joseph Smith als burgemeester de gemeenteraad van de stad Nauvoo de opdracht geven om de drukpers en eerste oplage van een kritische krant te vernietigen. Door dit evidente machtsmisbruik ontstond er grote maatschappelijke onrust. De gouverneur van Illinois vroeg Smith om zichzelf aan te geven, om zo de gemoederen te bedaren. Hij werd gevangen gezet in Carthage (Illinois), waar hij in de namiddag van 27 juni door een woedende menigte werd gelyncht.